Afhankelijk van de toekomstige ontwikkeling van de migratie naar Nederland groeit het aantal van deze groep van 4,2 miljoen inwoners met een migratieachtergrond in 2020 naar tussen de 5,3 en 8,4 miljoen in 2050. Op dit moment vormen de ‘klassieke’ groepen (mensen met een Indonesische, Surinaamse, Antilliaanse, Turkse of Marokkaanse achtergrond) veertig procent van de bevolking met een migratieachtergrond. Dit daalt tot een derde à een kwart. In 2050 komt de helft of meer van de bevolking met een migratieachtergrond uit arbeidsmigratielanden. Het aandeel mensen uit asiellanden bedraagt op dit moment vijftien procent. Dit neemt toe tot ongeveer twintig procent.
Hoe de bevolking er in 2050 uit ziet hangt af van verschillende ontwikkelingen rondom migratie, geboorte en sterfte in de komende dertig jaar. Om met de onzekerheid daarover rekening te houden zijn in het onderzoek zeven bevolkingsvarianten doorgerekend. Hierin varieert het inwonertal in 2050 tussen de 17,1 en 21,6 miljoen. Het aandeel inwoners met een migratieachtergrond stijgt van 24 procent in 2020 naar 30 procent in 2050 in het geval van lage migratie, en naar 40 procent in het geval van hoge migratie.
Het aantal in het buitenland geboren inwoners met een migratieachtergrond (de zogenoemde eerste generatie) groeit in de verschillende varianten van 2,3 miljoen in 2020 naar 3,1 tot 4,9 miljoen over dertig jaar. Het aantal in Nederland geboren inwoners met een migratieachtergrond (de tweede generatie) groeit van 2,0 miljoen in 2020 naar 2,7 tot 3,5 miljoen.
In een vervolgrapport dat begin 2021 wordt gepubliceerd, zullen de gevolgen van demografische veranderingen voor wonen, onderwijs, arbeidsaanbod en zorg worden onderzocht.
Kijk voor het volledige rapport op: https://nidi.nl/publications/rapport-bevolking-2050-in-beeld-drukker-diverser-en-dubbelgrijs/.
Foto: Rob Curran / Unsplash